Fotograferen, letterlijk vertaald vanuit het Grieks “Schrijven met licht”.
Uitgevonden door Louis Jacques Mandé Daguerre en Joseph Nicéphore Niépce in 1826 en daarna uiteraard steeds verder doorontwikkeld.
Het maken van foto’s heeft mij van jongs af aan gefascineerd.
Een negatief op de juiste wijze belichten, ontwikkelen in de eigen donkere kamer en vervolgens weer afdrukken op fotopapier, het toepassen van doordrukken, tegenhouden en pseudo-solarisatie, het had zo een eigen charme.
Dat de chemicaliën stonken en vlekken op de grond maakten nam je voor lief, evenals de vele uren die je in het donker door moest brengen.
En ineens kwamen er digitale camera’s op de markt en programma’s om foto’s op de computer te bewerken.
Hoewel toen nog redelijk aan de prijs ben ik snel ingestapt.
Wat een verademing, zelf bewerken op de computer, geen ongezonde stank in een donkere kamer, snel klaar en geen beperking meer van 36 opnamen op een filmrolletje.
In eerste instantie heb ik met een printer nog vele afdrukken op fotopapier gemaakt, maar tegenwoordig worden de meeste foto’s alleen nog maar bekeken op de PC en Ipad.
Ik zeg de meeste foto’s, een enkele foto komt ook nog wel op canvas aan de muur.
Foto digitaal opnemen, bewerken waar nodig, opsturen via het internet en drie dagen later wordt het “schilderij” met de post thuis bezorgd.
Het gemak dient de mens, leve de vooruitgang!
Maar toch, als ik mijn oude Nikormat FTN weer eens ter hand neem, dan denk ik met enige weemoed terug aan het pré-digitale tijdperk.